MJOP & verduurzaming: hoe laat je ze samenwerken?
Veel VvE-besturen herkennen het wel: het meerjarenonderhoudsplan (MJOP) ligt keurig klaar, de schilder staat voor de deur, en ondertussen komt er steeds meer druk om te verduurzamen. Een aantal bewoners wil graag isoleren, anderen willen vooral dat de kosten binnen de perken blijven. En dan is daar nog de vraag: wat heeft nu voorrang? Het MJOP zegt schilderen, het maatwerkadvies zegt isoleren. Hoe bepaal je wat wijsheid is?
Onderhoud en verduurzaming: twee werelden die elkaar zelden raken
In de praktijk worden onderhoud en verduurzaming vaak als twee aparte trajecten gezien. Het MJOP richt zich op het behoud van de bestaande kwaliteit, terwijl verduurzaming juist kijkt naar verbetering. Dat maakt het lastig om ze te combineren: de een volgt een vaste onderhoudscyclus, de ander hangt af van subsidies, energiekosten en nieuwe technieken.
Toch is dat precies waar de meeste winst te behalen valt. Want wie de onderhoudsplanning en verduurzamingsmaatregelen goed op elkaar afstemt, bespaart niet alleen energie, maar ook tijd, overlast en geld. Zeker bij oudere complexen, waar onderhoud vaker voorkomt, kun je met een slimme aanpak grote stappen zetten zonder dat de begroting uit balans raakt.
Veel VvE’s ervaren dat het onderwerp verduurzaming vaak loskomt van de rest van het beheer. Een enthousiaste bewoner of duurzaamheidscommissie brengt het ter sprake, maar de koppeling met het MJOP ontbreekt. Daardoor ontstaat verwarring in de ALV: het plan voor onderhoud ligt vast, maar de wens voor verduurzaming komt daar als extra bovenop. De kunst is om die twee werelden niet te laten concurreren, maar te laten samenwerken.
Slim combineren van onderhoud en verduurzaming
Het grootste voordeel van combineren zit in de uitvoering. Als er bijvoorbeeld schilderwerk gepland staat, is dat hét moment om te kijken of het glas in dezelfde cyclus vervangen kan worden door HR++ of triple glas. Zo benut je de steiger en de planning maximaal: één project, één aannemer, één besluitvormingsmoment. Dat scheelt dubbele uitvoerkosten, overlast en coördinatie.
Hetzelfde geldt voor dakonderhoud. Wanneer het dak toch open moet voor inspectie of reparatie, is dat een ideaal moment om isolatie of voorbereidingen voor zonnepanelen mee te nemen. Ook gevelonderhoud biedt kansen: het combineren van voegwerk en isolatie is efficiënter dan beide los uitvoeren. Door dit soort koppelingen ontstaat een plan dat logisch is voor de technische staat van het gebouw én financieel aantrekkelijk voor de leden.
De investering lijkt op korte termijn soms iets hoger, maar door onderhoud en verduurzaming tegelijk uit te voeren, bespaar je later veel kosten. Je hoeft minder vaak in de steigers, minder vaak offertes op te vragen, en de administratie blijft overzichtelijk. Bovendien levert het direct resultaat op in wooncomfort en energiebesparing, iets wat leden in de praktijk sterk waarderen.
Hoe bepaal je wat prioriteit krijgt?
De vraag wat je eerst doet, is niet zwart-wit te beantwoorden. Toch helpt het om drie dingen naast elkaar te zetten:
- Technische noodzaak: wat móét echt op korte termijn vanwege onderhoud? Denk aan houtrot, lekkages of slijtage.
- Energiewinst: welke maatregel levert structureel voordeel op voor het energieverbruik en het wooncomfort?
- Subsidiekans: waar zijn op dit moment aantrekkelijke regelingen voor beschikbaar, en welke combinaties worden extra gestimuleerd?
Door die drie factoren te combineren, ontstaat vanzelf een volgorde die logisch is voor het gebouw én voor de portemonnee. Het gaat niet om alles tegelijk doen, maar om plannen in logische stappen. Een maatwerkadvies helpt om dat concreet te maken. Zo’n advies brengt niet alleen de energiewinst in kaart, maar ook de gevolgen voor de onderhoudsbudgetten, de exploitatiekosten en de terugverdientijd.
Het voordeel van deze aanpak is dat bestuurders niet langer hoeven te kiezen tussen onderhoud of verduurzaming: Het wordt één samenhangend verhaal dat ook richting bewoners goed is uit te leggen.
Subsidies en onderzoek
Voor veel VvE’s is het financiële aspect bepalend. De RVO biedt daarom de Subsidieregeling verduurzamingsonderzoek VvE (SVVE) aan. Daarmee kan een VvE subsidie krijgen voor een verduurzamingsonderzoek of maatwerkadvies. Zo’n onderzoek laat zien wat de mogelijkheden zijn, welke maatregelen haalbaar zijn en hoe je ze slim combineert met het MJOP.
Ook als er nog geen concrete plannen zijn, kan het interessant zijn om zo’n onderzoek aan te vragen. Het helpt om inzicht te krijgen in het gebouw, de huidige energiestatus en de volgorde van maatregelen die het meeste opleveren. Daarmee ontstaat een stevig fundament voor toekomstige besluiten in de ALV.
Door het onderzoek te koppelen aan de onderhoudsplanning, kun je bovendien beter onderbouwen waarom bepaalde werkzaamheden worden vervroegd of juist uitgesteld. Dat geeft duidelijkheid en voorkomt discussies over prioriteiten en kosten.
Wat kun je als VvE nu al doen?
- Kijk minimaal twee jaar vooruit in het MJOP. Zo zie je op tijd welke onderhoudsmomenten kansen bieden om verduurzaming mee te nemen.
- Breng de technische en energetische staat van het gebouw in beeld. Een nulmeting is een goed startpunt om te weten waar je staat.
- Vraag tijdig een verduurzamingsonderzoek of maatwerkadvies aan. Hiermee kun je realistisch plannen en profiteren van subsidiemogelijkheden.
- Bereid de ALV goed voor. Zorg dat de leden inzicht krijgen in kosten, baten en planning. Heldere scenario’s zorgen voor draagvlak en vertrouwen.
Door deze stappen te zetten, ontstaat er rust, overzicht en een gezamenlijke koers binnen de vereniging.
Tot slot
Elke VvE is anders, met een eigen tempo, budget en dynamiek. Het belangrijkste is dat onderhoud en verduurzaming elkaar niet in de weg zitten, maar elkaar juist versterken. Door vooruit te kijken en de juiste keuzes te maken op het juiste moment, bespaar je op lange termijn veel tijd, geld en energie: letterlijk en figuurlijk.
Een goed afgestemd MJOP met oog voor verduurzaming is geen extra last, maar juist een kans om als vereniging toekomstgericht te investeren. Het zorgt voor een comfortabeler gebouw, lagere energiekosten en een waardevaste woning voor alle bewoners.